De concepten

De verschillende lagen

Neusvervorming waarvoor reconstructie nodig is, is het gevolg van een tekort of (minder vaak) een overschot in ten minste één van de volgende 3 lagen:

  • Huid
  • Framewerk
  • Binnenlaag (voering)

In de meeste gevallen is neusvervorming het gevolg van een tekort, veroorzaakt door neuskanker (huid- of sinuskanker), een ernstig trauma of een ontstekingsproces dat de neus heeft veranderd. Om de neus te reconstrueren, moeten we de juiste diagnose stellen van wat er te veel, of juist te weinig is. Elk van deze excessen of tekorten in elke laag, moet dan afzonderlijk worden aangepakt en terugkeren naar de normale grootte en sterkte, om de neus correct te reconstrueren. Er zijn helaas geen eenvoudiger manieren.

 

Aan de hand van een vergelijking met een huis als denkbeeldig symbool voor de neus, kunnen we stellen dat de meest eenvoudige laag om te reconstrueren de ‘bedekking’ van het huis is. Het bedekken van de neus met geleend huid van het voorhoofd of de wang, is over het algemeen geen complexe ingreep.

 

De volgende stap is ingewikkelder: het reconstrueren van ‘de bakstenen van het huis’ (het kraakbeen- en bot). Hiervoor nemen we een klein deel van uw rib- of oorkraakbeen. Dit is lastiger dan ‘het opnieuw bekleden van een huis’ en vereist een zorgvuldige plastiek van deze weefsels. Wij gebruiken alleen uw eigen weefsel (autoloog weefsel), voornamelijk uit uw rib of uw oor. Hoewel we kraakbeen uit deze gebieden gebruiken, blijft de vorm van de ribben of oren hetzelfde.

 

De binnenste laag van de neus geeft geen vorm aan de neus en heeft als functie om een barrière te vormen tegen bacteriën in uw neus. Bovendien voorziet deze laag bloedtoevoer naar het framewerk, vanuit het binnenste aspect van de neus. Het is echter de meest ingewikkelde laag om te reconstrueren. Met behulp van de ‘huis vergelijking’, zijn defecten aan de binnenkant te vergelijken met mankementen in de funderingen van een huis. U zult begrijpen dat een defecte funderingen in een huis zal leiden tot verzakking en instabiliteit van de hele structuur waarop het is gebouwd. Het is dan ook moeilijk en kostbaar om te herstellen.

Gezichts- & nasale aspecten

De vorm van de neus varieert per persoon. Dit is voornamelijk het gevolg van het onderliggende middelste bot en het kraakbeen framewerk. De dikte van de huid geeft ook enige contour. Door deze aspecten ontstaat een reeks ‘zacht glooiende heuvels en valleien’. De overgang van een convexe naar concave vorm zorgt voor veranderingen in lichtreflectie en schaduwvorming, waardoor randen en overgangszones ontstaan. Deze gebieden zijn door Burget en Menick gedefinieerd als de esthetische onderdelen van de neus (Burget en Menick, 1985). De onderdelen van de neustip (hemi-), alar, dorsum en columella zijn convex, terwijl de zijwanden van de neus en de zachte driehoek concaaf zijn.

 

In de randen/overgangszones van de neus (zoals boven genoemd), kunnen chirurgische incisies worden gecamoufleerd voor een optimaal cosmetisch resultaat. Het onderscheid tussen concave en convexe vormen is het sleutelbegrip bij de toepassing van het ‘neus gebiedenprincipe’. In reconstructieve situaties waar het 50% of meer van een convexe neusgebied betreft (tip, alar, columella en dorsum), kan een defect en de mogelijke littekens door incisies in de randen van de neusgebieden worden verborgen.

 

Dit is het neusgebieden principe (subunitprincipe) dat in 1985 door Burget en Menick is beschreven.

Worden er permanente implantaten in onze neusreconstructies gebruikt?

Nee. Wij gebruiken absoluut geen permanente synthetische implantaten zoals polyethyleen, polytetrafluorethyleen (PTFE) of Silastic in onze neusreconstructies. Wij zijn van mening dat het gebruik van deze permanente implantaten in de neusreconstructie niet geschikt is. Uw gereconstrueerde neus moet niet slechts 5 of 10 jaar meegaan, zoals dat het geval is met synthetische implantaten.

 

Het gebruik van synthetische permanente implantaten is misschien wel een makkelijker manier om een neus te reconstrueren, maar het stelt u bloot aan een voortdurend risico van infectie en extrusie (het door de huid komen van het implantaat) op een later moment, soms zelfs 15 tot 20 jaar na de operatie. Als de extrusie van het implantaat in een gereconstrueerde neus plaatsvindt, kan het een zeer moeilijk te corrigeren probleem zijn.

 

In plaats van een synthetisch implantaat, nemen wij de tijd om uw eigen weefsel (rib- of oorkraakbeen) te modelleren ter vervanging van het kraakbeenkader dat in uw neus ontbreekt. Zo proberen we uw risico op infectie te minimaliseren en uw risico op extrusie te verminderen. Wij zijn van mening dat de extra tijd en aandacht die wij investeren in uw neusreconstructie zeer de moeite waard is.

 

Op de foto ziet u een patiënt die de punt van zijn neus, met behulp van zijn eigen oorkraakbeen, heeft laten reconstrueren. Het gebruik van een permanent synthetisch implantaat werd hierdoor vermeden. De huid van het voorhoofd is gebruikt om de gereconstrueerde neuspunt (neus) te bedekken.

 

Ook is het mogelijk om ribkraakbeen te gebruiken en passend te modelleren, om het septum en bovenste laterale kraakbeen van de neus volledig te vervangen (zoals hierboven aangegeven met de rode pijlen). De gele pijl geeft aan dat het litteken genezen is. Bij vrouwen is dit litteken verborgen onder de borstplooi (zonder de vorm van de borst te veranderen).

AFSPRAAK MAKEN? LAAT UW NUMMER ACHTER EN WIJ BELLEN U TERUG

Naam(Vereist)